top of page

Weefsel herstelt, pijn blijft

Dagelijks zien we hier bij FORME patiënten met pijnklachten. Bij acute pijn is er meestal een duidelijke onset, maar chronische of niet-specifieke pijn is moeilijker uit te leggen omdat er niet altijd een duidelijke anatomische oorzaak is. Een sensitisatie van het zenuwstelsel ligt hier wel dikwijls aan de basis.


Een kind legt zijn hand op een hete ovenplaat. Sensoren in zijn handpalm detecteren de gevaarlijke hitte. In milliseconden gaat dit signaal via gevoelszenuwen in de arm naar het ruggenmerg en zo tot in de hersenen. Het brein interpreteert de binnenkomende prikkel als pijn en beveelt de hand om zich meteen weg te trekken en zo weefselschade te voorkomen. Het directe gevaar is geweken, maar de pijnsensatie blijft nog een tijd nazinderen. Het brein linkt deze pijn aan de gebeurtenis en het kind zal in de toekomst hoogstwaarschijnlijk zijn hand niet meer op een hete plaat leggen.

Pijn is een noodzakelijk mechanisme dat ons beschermt tegen gevaren en ons al miljoenen jaren uit de problemen houdt. De werking van dit zelfbeschermend systeem is echter niet eenvoudig. Het is heel sensitief en bestaat niet enkel uit een fysieke component. Pijn is een beleving die doorweven is van emotionele en psychische factoren en die een grote invloed heeft op talrijke andere lichaamssystemen zoals het autonome-, motorische- en immuunsysteem. Al deze verbindingen zijn geen statisch gegeven. Het zenuwstelsel past zich voortdurend aan nieuwe situaties aan, dit heet neuroplasticiteit. Als er iets fout loopt in deze delicate bedrading kan pijn een probleem op zich worden in plaats van dienst te doen als primair beschermingsmiddel. Pijnzenuwen kunnen zonder externe fysieke oorzaak actief zijn of er kan iets verkeerd gaan in de verwerking van bepaalde signalen in de hersenen. Zo ontstaat een niet-specifieke, soms chronische pijnreactie.


Het pijnsysteem is heel sensitief en bestaat niet enkel uit een fysieke component.

In deze context gebruiken we graag de metafoor van pijn als inbraakalarm. Een inbraakalarm kan om verschillende redenen afgaan. De eerste gedachte is altijd dat het om een inbreker (letsel) gaat. Als het alarm voor het eerst plotseling afgaat, gaat men logischerwijs eerst naar een inbreker zoeken. Eventueel wordt de politie ingeschakeld (huisarts of andere zorgverlener) om het afgaan te onderzoeken. Wanneer het alarm echter om de haverklap afgaat en er herhaaldelijk geen inbreker wordt aangetroffen, is het zinvol het alarmsysteem zelf eens te onderzoeken.


Vaak is het zo dat bij mensen met chronisch pijnklachten dit alarmsysteem veel te scherp staat afgesteld. Er is m.a.w een centrale sensitisatie. Meerdere factoren -emotionele, motorische, autonome,... - kunnen daar mee aan de basis van liggen. De aanleiding kán een eerder letsel in de regio zijn, maar soms is het moeilijk om een structurele diagnose op zich te stellen. Dan zien we dat activiteiten, waarvan we weten dat deze geen schade geven, toch de alarmbellen laten afgaan.


De aanleiding kan een eerder letsel zijn, maar soms is het moeilijk om een structurele diagnose op zich te stellen.

Wat doen wij?


Het aanpassingsvermogen van het zenuwstelsel speelt, zoals eerder vermeld, een grote rol in het ontstaan van chronische of niet-specifieke pijnklachten. Die neuroplasticiteit zal ook een sleutelrol spelen in de behandeling.

Beter voorkomen dan genezen


Voorkomen dat er een sensitisatie van het pijnsysteem zich instelt is uiteraard prioriteit. Die preventie begint al bij de behandeling van een courant letsel of tijdens de revalidatie na een operatie. Pijnmanagement zou een hoeksteen moeten zijn in elke behandelplan. Interventies in deze fase bevinden zich vooral op pharmacologisch (door de behandelende arts) en psychologisch gebied. Dit betekent uiteraard niet dat je standaard verwezen wordt naar een psycholoog bij een pijnklacht. Een ervaren kinesitherapeut detecteert specifieke problemen, plaatst deze in de context en kan daar gepast over communiceren.


Alles wat suboptimaal werkt, proberen we in zijn functie te herstellen om zo de input naar de zenuwen en het brein te veranderen.

Is er toch, na uitsluiting van een onderliggend structureel letsel, een pijnstoornis aanwezig, dan brengen we alle factoren in kaart die een rol spelen in de pijnklachten. We weten dat oa. stress, spierspanning, inactiviteit en verkeerde bewegingspatronen een invloed hebben op deze sensitisatie. Alles wat suboptimaal werkt, proberen we in zijn functie te herstellen om zo de input naar de zenuwen en het brein te veranderen. Met manuele kinesitherapie, individuele oefentherapie en training, myofasciale therapie en osteopathie kunnen we de invloed van bovenstaande factoren verminderen en het lichaam helpen een nieuw evenwicht te vinden.


Heb je vragen of wil je meer informatie rond deze topic? Contacteer ons zeker op info@teamforme.be of op 051 203 503.


Dieter Vercaigne

osteopathie D.O, myofasciale therapie, kinesitherapie



Referenties


Leslie J. Crofford, MD. Chronic Pain: Where the Body Meets the Brain. Trans Am Clin Climatol Assoc. 2015; 126: 167–183.


C. Paul van Wilgen, PhD, Doeke Keizer, PhD. The Sensitization Model to Explain How Chronic Pain Exists Without Tissue Damage. Pain Management Nursing. 2010; 1-6.


Hsieh, J. C., Belfrage, M., Stone-Elander, S., Hansson, P., & Ingvar, M. (1995). Central representation of chronic ongoing neuropathic pain studied by positron emission tomography. Pain, 63, 225–236.


Apkarian, A. V., Bushnell, M. C., Treede, R. D., & Zubieta, J. K. (2005). Human brain mechanisms of pain perception and regulation in health and disease. European Journal of Pain, 9, 463–484.



bottom of page